MEAN MARY - ALONE

 


Ik ben zo vrij er van uit te gaan dat ik “Mean Mary” James niet nog eens hoef voor te stellen: de dame van vandaag begon als kindsterretje dat muziek kon lezen nog voor ze praatte. Met een stel kunstzinnige en avontuurlijke ouders -mama is auteur Jean James, papa is oorlogsveteraan William James- trok ze zowat de hele Verenigde Staten rond en vandaag zeventien platen en vierduizend concerten verder, mogen we de Covid-19 versie van Mary leren kennen.

Haar nieuwe plaat is, simpel gezegd, alweer een meesterwerkje, waarop de inmiddels door de wol geverfde artieste in 36 minuten tien nummers speelt en zingt, helemaal in haar uppie, slechts beschermd door haar vingervlugheid, een indrukwekkende techniek op gitaar, banjo, banjitar -da’s de kruising van beide- en een stel voeten, waarmee desgewenst de cadans van een nummer bepaald kan worden. De tien songs staan geregistreerd als “eigen werk”, maar daar mag wel een kleine kanttekening bij: voor meerdere van de songs baseerde Mary zich op heel oude volkswijsjes, die ze bewerkte en uitbreidde. Je kunt zeggen dat ze een deel van het repertoire van haar kindertijd aanpast aan haar leeftijd van vandaag.

Het spreekt bijna voor zich dat het leven “on the road” een prominente rol speelt inde tracklisting: als je zoveel, zo vaak en zolang onderweg bent (geweest), dan kan het niet anders of dat onderweg zijn gaat meebepalen hoe je naar de dingen kijkt. Zo kijk je niet verbaasd op bij het lezen van songtitels als “”Come Along”of “Big Tour Bus”. Daarnaast draait het bij deze soloplaat eigenlijk méér om de fantastische stem van Mary dan om haar al even formidabele muzikantschap. Middels een aantal liedjes van eigen hand, zoals “Another Barefoot Day” of “We Never Hear The Song” blikt Mary terug op haar kindertijd op het platteland van Californië, met “I Can Be Brave”, “What About Today” of “Sparrow Alone” bezingt ze een aantal belangrijke momenten van proberen en slagen in har leven en verder etaleert ze zesendertig minuten lang een naywelijks te evenaren meesterschap als zangeres.

Dit is als het waren een live-concert zonder publiek. Opgenomen in de huisstudio, maar gespeeld en voorgedragen, als gold het een festivalconcert voor 12000 mensen. Dat aspectje zet ze heerlijk in de verf met bijvoordeeld een bewerking van “Nine Pound Hammer”, dat ze ombouwt tot “Nine Pound Banjo” of “Cindy” dat knappe, wolwassen lyrics meekrijgt en een jazzy jasje krijgt aangemeten. Ook Bonnie & Clyde passeren -daar is het “on the road”-aspect weer- de revue in “Breathless”, een prachtlied, waarin Mary de meer donkere kanten van het/haar leven niet vermijdt, maar er integendeel volop over zingt, als ware het een soort therapeutische oefening.

Meer dan eens moest ik bij deze eerlijke plaat terugdenken aan wat de heel jonge Michelle Schocked deed, al is de huidige stem van Mary veeleer verwant aan die van een June Tabor of een Mary Coughlan. Ik probeer niet al te lyrisch samen te vatten: de nieuwe van Mean Mary biedt alles wat de titel belooft en achter die titel gaan tien adembenemend straffe hedendaagse folksonqs schuil.

(Dani Heyvaert)


Artiest info
Website  
 

video